Een op de drie mensen met kanker krijgt voor, tijdens of na de behandeling te maken met psychische problemen zoals depressie of angststoornissen. Een kankerdiagnose, de bijbehorende symptomen en de behandeling kunnen een aanzienlijke emotionele impact hebben op mensen en hun familie, waarbij angst, isolement, verlies van zelfrespect en verlies van onafhankelijkheid een rol spelen.
Einde van de behandeling
Uit recentelijk onderzoek is echter gebleken dat geestelijke gezondheidsproblemen zich vaak pas helemaal aan het einde van de kankerbehandeling voordoen, wanneer de patiënt normaal gesproken verwacht te herstellen. In deze fase is voor omstanders mentale steun niet meer nodig omdat de patiënt genezen lijkt te zijn.
De helft van geïnterviewde zorgvragers verklaarde dat zij aan het eind van hun behandeling een emotionele ‘valse top’ hadden bereikt. Dit was te wijten aan de vaak onverwachte psychologische onrust die kanker teweegbrengt, als gevolg van de levensveranderende ervaringen met kanker en kankerbehandeling, en ook aan het gebrek aan beschikbare steun voor mentaal welzijn.
Zodra de behandeling stopt en mensen de strikt gereguleerde klinische omgeving verlaten, beschrijven overlevenden het gevoel alsof ze “van de rand van de afgrond zijn gevallen”. Door het plotselinge verlies van steun voelen mensen zich vaak geïsoleerd en in de steek gelaten op een moment dat zij die steun het hardst nodig hebben.
Blijf steun bieden
Belangrijk is dat kankerpatienten in alle stadia van kanker persoonsgerichte ondersteuning blijven krijgen, van diagnose tot behandeling en daarna. De verbanden tussen geestelijke gezondheid en kanker hebben in de loop der jaren bijzonder weinig onderzoek aandacht gekregen. Natuurlijk begrijpt iedereen dat het mentaal een zware tijd is dus daarom is steun ontzettend belangrijk. Ben je zelf kankerpatient, kun je de steun ook zelf opzoeken. Er zijn bijvoorbeeld praat- en steungroepen die je wellicht door de zware tijd heen helpen. Een psycholoog of therapie wordt ook aangeraden.